Een paar weken geleden stond de Zwitserse stad Davos weer in het teken van het World Economic Forum, waar CEO’s van de grootste bedrijven, politici, intellectuelen en journalisten sinds 1971 jaarlijks bij elkaar komen en de toestand in de wereld bespreken. Dit jaar was er een discussie tussen onze minister president Mark Rutte en de schrijver-filosoof Yuval Noah Harari, met als stelling “hoe kan de mensheid de 21ste eeuw overleven?”.
Het was niet toevallig dat Rutte en Harari waren gevraagd. De visies van beide heren staan namelijk lijnrecht tegenover elkaar wat een garantie is voor een spetterend debat. Het publiek moet vermaakt worden! Harari is een doemdenker, die in zijn boeken de nadruk legt op de destructieve manier waarop de mensheid zich ontwikkeld en op termijn te gronde zal brengen. Rutte daarentegen is de eeuwige optimist, die niet van problemen spreekt maar van uitdagingen.
Twee wereldbeelden. Wie heeft er gelijk. Wat is de waarheid?
Hobbes versus Rouseau
Het is een eeuwenoude tegenstelling: is de mens goed of slecht? De twee filosofen die beide standpunten vertegenwoordigen zijn Thomas Hobbes en Jean Jacques Rousseau. Hobbes was de mening toegedaan dat de mens van nature slecht en egoïstisch is. De enige manier om met elkaar samen te leven is om een heersende macht in het leven te roepen die mensen tot de orde roept en in het gareel houdt. Dit is het beeld wat tot op de dag van vandaag het meest gangbaar is.
Rousseau zijn mening was precies tegenovergesteld. Naar zijn overtuiging is de mens van nature goed. Vanaf het moment dat er heersers aan de macht kwamen werden mensen in hun vrijheid beknot, waardoor de problemen ontstonden. Deze mening is op dit moment minder gangbaar, maar in deze bouwsteen wil ik aantonen dat Rousseau zijn wereldbeeld zo gek nog niet was en waarschijnlijk dichter bij de waarheid ligt dan de meeste mensen denken.
Verlichting
Een belangrijke ontwikkeling die nog steeds van invloed is op de manier waarop wij naar de wereld kijken is ontstaan aan het begin van de 17e eeuw, de tijd van de Verlichting. Het was ook de tijd van Hobbes en Rousseau. De meeste grote denkers van die tijd waren van mening dat de mens verdorven is. Aanhangers van Hobbes dus. Hun antwoord op de vraag hoe we dan toch een samenleving kunnen organiseren was de rede. Geen empathie, geen gevoel, geen geloof maar het gezonde verstand moest ons op het juiste pad houden. Het is ook het begin van ons kapitalistisch denken waarbij alles in geld uit te drukken is. Ieder mens is egoïstisch, en de beste manier om elkaar toch te vertrouwen is om geld te gebruiken als betaalmiddel. Vanaf dat moment is geld dé manier om waarde toe te kennen aan alles.
Het woord verlichting heeft een positieve klank. Het doet vermoeden dat we dingen helderder gaan zien omdat er een nieuw licht op is gaan schijnen, of dat onze last ‘verlicht’ wordt door nieuwe inzichten. Maar helaas heeft de verschuiving van gevoel naar het meetbaar en kwantificeerbaar maken van kennis ook een grote keerzijde weten we nu.
Beschaving?
Meestal wordt aangenomen dat juist door de beschaving de mensheid op een hoger niveau is gekomen en beter functioneert. Maar er is steeds meer bewijs dat na de beschaving de ellende juist is begonnen. Voordat de beschaving zijn intrede deed, was arrogantie en macht iets wat niet toegelaten werd in een samenleving. Schaamte en nederigheid waren de belangrijkste deugden, waardoor een samenleving tot bloei kon komen en waar iedereen in vrede met elkaar samenleefde. Geen barbaren dus die elkaar naar het leven stonden zoals de meeste geschiedenisboeken ons willen doen geloven. Deze geschiedenisboeken worden geschreven door de overwinnaars, de mensen aan de top van de ‘beschaving’. Het woord ‘barbaren’ is bedacht door de grieken, en betekent “Iedereen die geen Grieks sprak”. Je zou het kunnen vergelijken met de gewelddadige verovering van Amerika dat na de ontdekking door Columbus werd veroverd op de indianen. Indianen werden afgeschilderd als een wild volk (barbaren) dat nodig verheven moest worden tot onze hoogstaande beschaving. We weten allemaal hoe het is afgelopen met de indiaanse beschaving waar we op heel veel gebieden zo veel van hadden kunnen leren. En een voorbeeld uit de meer recente geschiedenis is de overtuiging van Nazi-Duitsland dat er een uitverkoren ras was dat het recht had om de in hun ogen inferieure mensen uit te sluiten van en samenleving en zelfs te vermoorden.
Oorlog
Hoe kan je dan vasthouden aan het beeld dat de mens goed is terwijl er zo veel oorlog in de wereld is? Soldaten zijn toch vreselijke monsters die hun vijand doden? Niets is minder waar. Oorlogen worden uitgevochten op het slagveld, maar bedacht in de veilige kamers van de machthebbers en leiders.
Hoe dichter je bij het slagveld komt, hoe menselijker de verhalen. De voorbeelden zijn talrijk: in de slag bij Gettysburg in 1863, tijdens de Amerikaanse Burgeroorlog, zijn na afloop de geweren opgeruimd die op het slagveld achter waren gebleven. Het waren musketten, die geladen werden door een kogel aan de voorkant in de loop te duwen. De meeste musketten bevatten 2 of meer kogels. Sommige zelfs meer dan 20.
Bij de Slag bij Waterloo is minder dan 1% van de dodelijke slachtoffer gedood met een bajonet. Het is psychologisch vrijwel onmogelijk om een lijf van een medemens te doorboren. Dit gaat tegen alle gevoelens in.
In 1914, het eerste jaar van de eerste wereldoorlog, zijn meerdere gevallen bekend van soldaten aan beide zijden van het front die gezamenlijk kerst vierden en vreedzaam bij elkaar kwamen. Duitse soldaten leerden de britten “Oh Tannenbaum”, en de britten zongen “The first Noel “. Vrede lag op de loer daar in de loopgraven, maar daar wilde het Duitse Hoofdkwartier en het Britse High command natuurlijk niets van weten. Op 29 december 2014 vaardigde het Duitse hoofdkwartier een bevel uit: “alle vriendelijkheid jegens de vijand is ten strengste verboden”. Om te voorkomen dat de “vrede op aarde” stemming tijden de kerst in 1915 weer de kop op zou steken, besloot de Britse legerleiding om de vijandelijke posities tijdens de kerstdagen dag en nacht te bombarderen, om iedere toenadering met lood te beantwoorden.
Niemand wil oorlog, op een paar mensen na die macht nastreven.
Experimenten
Maar ook op kleinere schaal lijkt het dat ook mensen zoals u en ik geneigd zijn tot alle kwaad. Er zijn in de wetenschappelijke literatuur honderden experimenten bekend die aan zouden tonen dat mensen met een vreedzaam karakter onder bijzondere omstandigheden kunnen veranderen in gewetenloze martelaars. Het meest tot de verbeelding sprekende experiment gaat over het onderzoek van Stanley Milgram uit 1961. Er was een oproep gedaan in de krant om je aan te melden voor een onderzoek, waarbij werd verteld dat het om een geheugenonderzoek ging. Bij aankomst in het laboratorium werden de proefpersonen aangewezen als leerling of leraar. De leraar werd in een ruimte gezet waar hij de beschikking had over een apparaat waarmee hij stroomschokken kon toedienen aan een persoon, variërend van 15 volt tot wel 450 volt. Als de leerling een fout antwoord gaf, dan moest de leraar steeds hogere stroomschokken toedienen. Het effect van de stroomschokken was voor de leraar hoorbaar. Wat de leraar niet wist is dat de stroomschokken nep waren en het gekerm van de leerling dus ook. Een ruime meerderheid van de zogenaamde leraren bleef steeds stroomschokken toedienen, ondanks het steeds luidere gekerm en gehuil dat hij hoorde van de leerling. De conclusie van het onderzoek was dan ook dat ieder mens een beul kon worden.
Zo zijn er talloze van dergelijke experimenten gedaan, allemaal met hetzelfde resultaat.
Bij nader inzien echter blijken deze experimenten door de mand te vallen. Vaak stond de conclusie van het onderzoek van tevoren al vast. En wees nou eerlijk, zo’n conclusie is natuurlijk veel aantrekkelijker dan wanneer je moet melden dat mensen al na 2 of 3 verhogingen van de stroomschokken zouden weigeren om de dosis te verhogen. Een wetenschapper is ook maar een mens. Stanly Milgram, de onderzoeker van het schok-experiment, heeft dit later ook toegegeven, en afstand genomen van zijn onderzoek. Maar het kwaad is al geschied, en er zijn inmiddels vele films gemaakt rond dit thema waarin mensen monsters worden. Kijk Netflix er maar op na. En wij als kijkers willen ook maar wat graag geloven dat het waar is, want het levert een spannende film op. Wij kijkers zijn ook maar mensen.
Nieuw mensbeeld
Ja, en dan zijn we in de 21ste eeuw beland. Ondanks alle beschaving en vooruitgang leven we nog niet in het paradijs dat beloofd werd. Wat nu? Bertrand Russel, een britse wiskundige en filosoof uit de vorige eeuw, heeft een belangrijke les voor ons. Hij was een zoeker naar waarheid, net als wij Odd Fellows. Maar hij wist ook dat niemand van ons de complete waarheid zou vinden, en je moet je altijd verre houden van mensen die menen de waarheid wel te kennen. “Laat je nooit afleiden door wat je wilt geloven” schreef hij. Hij noemde deze levenshouding “The will to doubt”, de bereidheid om te twijfelen aan wat je denkt te weten.
Nocebo
We weten allemaal wat een placebo is. Als je bijvoorbeeld niet kunt slapen, dan kan je naar de dokter gaan om een slaapmiddel. Als deze je vervolgens een pilletje voorschrijft dan bestaat de kans dat je vanaf dat moment weer lekker kunt slapen, ook al is het een medicijn waar geen werkende stof in zit. Je vertrouwd op het oordeel van de arts en het feit dat je gelooft in de werking is voldoende.
Hetzelfde is van toepassing op het feit dat wij elkaar blijven inprenten dat de mens van nature slecht is. Hoe vaker we dit herhalen, in wetenschappelijk onderzoek, in films of waar dan ook, dan gaan we daar ook in geloven en ons er naar gedragen. Dit is een negatief placebo-effect, ook wel een nocebo genoemd.
De enige manier om dit om te keren is door in te zien dat wij zelf een keuze hebben om ons mensbeeld te kiezen: kies je voor een negatief mensbeeld en staan wij daarom toe dat we elkaar controleren, manipuleren en niet meer vertrouwen? Of kies je voor een positief mensbeeld waarbij je er van uitgaat dat je medemens deugt? Dit betekent niet dat je naïef bent, maar dat je dichter bij de realiteit staat dan je denkt.
Citaat:
“Het is een wonder dat ik mijn idealen niet heb verlaten, ze lijken zo absurd en onpraktisch. Toch klamp ik me eraan vast omdat ik nog steeds geloof, ondanks alles, dat mensen echt goed zijn in hun hart”
Anne Frank