Een koning klaagde tot één van zijn dienaren dat hij er zo tegenop zag om oud te worden. “Alles wordt minder”, zei hij. “Ik zal niet goed meer kunnen horen en zien en door mijn fysieke achteruitgang zal geen vrouw mij nog begeren. Zij zal zich alleen geven omdat ik koning ben. Hoe zou ik toch mijn huidige kracht kunnen behouden?”
“Heer”, antwoordde de dienaar, “waarom gaat u niet naar de wijze man? Deze is oud, maar hij heeft al heel veel mensen door zijn wijsheid kunnen helpen, Misschien kan hij ook u raad geven”.
Zo deed de koning. Met een gezelschap hofdienaren reed hij naar de wijze man die voor zijn hut zat.
“Heer koning”, sprak deze, “wat verschaft mij de eer van uw hoog bezoek?”
“Ik ben bang voor de ouderdom”, sprak de koning, “en één van mijn dienaren vertelde mij dat u mij daarvan kunt genezen. Als u dat lukt, zal ik u rijkelijk belonen”.
De wijze man vroeg de koning binnen te komen in zijn eenvoudige woning en hij deed hem plaats nemen op een stoel aan een vierkante tafel.
“Uw angst is ángst om afscheid te nemen”, zei de wijze man. “Afscheid van wat u hebt en van wat u denkt dat het het allerbelangrijkste is in uw leven. In de tijd die gaat komen, zal die rijkdom verminderen, maar in dezelfde mate zult u nieuwe rijkdom vergaren. U zult namelijk wijzer worden waardoor u in de toekomst velen met uw woorden kunt helpen. Want zeg mij, Heer Koning, is wijsheid niet het allerbelangrijkste in de wereld ?”
“Dus”, zei de koning na enig nadenken,”dank zij deze wijsheid zal ik mijn land beter kunnen besturen en mijn volk beter kunnen helpen?”
“U zegt het”, zei de wijze man, “en zie: de wijsheid begint al te komen. Schenk uw beloning aan de armen in uw rijk. Ik heb het niet nodig, want ik heb genoeg aan wijsheid”.
Peter Jan Alberts
Het is wel eens gemakkelijk als je een onderwerp dat mogelijk geschikt is voor een bouwsteen bewaart. Dat was het geval met een artikel in het NRC van anderhalf jaar geleden. Het behelsde de samenvatting van een college van Joep Dohmen, een filosoof die dit als afscheidsrede gaf toen hij met emeritaat ging. Het gaat over ouder worden en de problemen die daarbij ontstaan, of misschien juist niet ontstaan. Aangezien een (groot) deel van onze broederen binnen dit gebied valt, leek het me wel iets voor de bouwsteen.
Één ding is zeker en we zullen er allemaal aan moeten geloven: er komt een eind aan ons bestaan. In 2010 verscheen een pamflet “Uit vrije wil” dat door meer dan 130.000 Nederlanders werd ondertekend.Het was een petitie die inhield dat zij zelf het tijdstip van hun dood willen bepalen; hun levenseinde moet geen lange lijdensweg worden. Onlangs hebben we dit nog in onze loge meegemaakt...........
Maar de Amerikaanse hoogleraar Ezechiël Emanuel gaat een stap verder. Als hij vijfenzeventig is, moet het uit zijn. Dit zal dan zijn in 2032. Ergens een beetje vreemd: als de hooggeleerde ernstig ziek wordt, zal hij niet om euthanasie vragen. Daar is hij op tegen, maar hij zal geen geneesmiddelen gaan gebruiken en geen behandeling ondergaan. Nee, de natuur moet zijn werk doen en hij hoopt op een snelle dood.
Maar is het idee van Emanuel om niet ouder te worden dan vijfenzeventig niet een achterhaald beeld ? Op dit moment is de gemiddelde leeftijd van overlijden voor een man bijna tachtig jaar en voor de vrouw drieëntachtig. En die leeftijd stijgt. Hoe zit het dan in 2032 ? Als het zo doorgaat is dat in achttien jaar tijd voor de man een eind in de tachtig en voor de vrouw in de buurt van de negentig.
Toch heeft Emanuel wel een paar punten waar we op moeten letten.
Ouder worden, is in Emanuels ogen een teken van verval en dat wil hij vóór zijn. Je moet fysieke aftakeling vóór zijn, vindt hij. Kun je met vijftig jaar nog een tijdje verder, met zeventig is dat veel minder. Van vijftig tot vijfenzeventig geeft volgens hem veel minder verval dan van zeventig tot- pak hem beet- negentig of omtrent.
“En”, zegt hij,” recent wetenschappelijk onderzoek toont een toename van ziekelijkheid en een stijging van het absolute aantal jaren dat verloren gaat aan invaliditeit naarmate de levensverwachting stijgt. Denk aan hartkwalen, beroertes, reuma, dementie, toenemende verstrooidheid, traagheid, doofheid, incontinentie, prostaatproblemen en ga nog maar een tijdje door. En dat geldt alleen maar voor het fysieke deel. Daarnaast is er ook nog het mentale gedeelte met verlies aan creativiteit en productiviteit. Musici bereiken hun top op hun veertigste en Nobelprijswinnaars op hun achtenveertigste.”
Maar Verdi was omstreeks vijftig toen hij Aida componeerde en met Othello was hij omstreeks zeventig..... OK. Mozart was negenendertig, maar toen ging hij dood en Schubert was nog zes jaar jonger toen hij het aardse tranendal verliet. En denk aan Rembrandt. Hij werd drieënzestig. Maar de gemiddelde leeftijd lag toen ook wel iets lager! En denk dan ook even aan het programma van Ivo Niehe van een dag of tien geleden. Daarin kwam een interview voor met een hartchirurg die tot zijn vijfennegentigste zo'n veertig operaties per week verrichtte! De man is nu 101 jaar en doet nog zijn eigen (grote) tuin. Verlies van creativiteit en productiviteit heeft dus beslist niet altijd met leeftijd/ouderdom te maken.
Als derde punt heeft Emanuel het over het feit dat “wij als onafhankelijk willen worden beschouwd”. Dat zou volgens hem gebeuren als je op je 75ste sterft. Kinderen en kleinkinderen zijn dan van een grote last af en het hele gezin kan opgelucht ademhalen. Anus ubit, onus abit: de oude is dood, de last is verdwenen.......
Ouder worden kun je dan ook puur zien als neergang. Zo ziet Emanuel het tenminste, maar dat is een karikatuur. Dat ouderen niet creatief zijn, meet hij af aan de groten der aarde die de top tussen hun veertigste en vijftigste bereikten. Hiervoor heb ik al een paar voorbeelden gegeven die dat logenstraffen. Misschien heeft hij enigszins gelijk als hij creativiteit ziet als grote ontdekkingen en artistieke en wetenschappelijke topprestaties, maar dan is die creativiteit wel weggelegd voor enkelen, dunkt mij.
Wat wil Emanuel eigenlijk ? Je levensloop zien als een carrière? Analoog aan het managen van een bedrijf? Of bestaat er misschien toch zoiets als een mens en geeft dat ouder worden een (mogelijke) verbetering.
Er zijn nl. ook nog andere vormen van creativiteit die minstens zo belangrijk zijn als de artistieke en wetenschappelijke topprestaties waarover Emanuel het heeft. Een voorbeeld: pas bij het verstrijken van de tijd leren wij relativeren en kunnen we beter met spanningen omgaan. Misschien kun je als ouder wordend mens beter tot tien tellen. En, blijkt, op onze oude dag voelen we meteen intuïtief aan wat wel en wat niet van belang is. De eerlijkheid gebiedt me te zeggen dat vrouwen daar nog beter in zijn dan mannen!
Overigens moet je je afvragen of Emanuel zijn voortijdig afscheid van deze wereld werkelijk ten uitvoer zal brengen. De hang naar het leven is immers sterk, ook al is hij/zij oud en misschien hulpbehoevend.
Professor Dohmen ziet een veel genuanceerder en rijker beeld voor het ouder worden.
Hij schetst het beeld van de verbeelding van de levensloop door de z.g. Levenstrap.
Het leven is een ladder op- en afgaan en volgens Dohmen kom je daarbij op middelbare leeftijd op het hoogtepunt. Daarna volgt de neergang.
In vroegere jaren zei men wel dat dit ook in je handen was beschreven: Memento Mori. Als u in uw handen kijkt, ziet u de M's en M M zou de afkorting zijn van dit Memento Mori: denk erom dat je rekening houdt met je dood. “Gedenk te sterven”, zei men vroeger. In de middeleeuwen en ook later was dit een nog veel belangrijker gegeven dan in de huidige tijd. Logisch, de gemiddelde leeftijd lag zo'n veertig jaar lager. Maar ook nu wordt er aandacht aan geschonken; via reclame voor de tv en via bepaalde programma's. Denk maar eens aan De Kist van de E.O.en een paar dagen geleden nog in het programma om 10 uur 's avonds waarin Pia Dijkstra (D 66) en Arno Rutte (VVD) een gesprek hadden hoe het zou moeten met mensen die niet in aanmerking komen voor euthanasie en toch niet verder willen leven. Het blijkt dat je met een groot aantal “slaaptabletten” een heel eind komt, maar het is geen waardig afscheid dat je zo bewerkstelligt. Ook de vereniging voor zelfgekozen levenseinde kwam aan het woord. En zo'n veertien dagen geleden stond in de krant dat de 'pil van Drion' in Amerika vrij gegeven wordt of is, daar wil ik af zijn. Laten we echter eerlijk zijn, het zijn geen reclames en programma's waar je altijd met veel plezier naar kijkt, hoewel het goed is dat ze er zijn.
Dohmen ziet deze moderne manier van ouder worden als een persoonlijke zoektocht en een proces van unieke zelfverwerkelijking. Natuurlijk, er zit een behoorlijke 'verlieskant' aan het leven als je ouder wordt: pensionering, kwijtraken van collega's, minder energie, uiteindelijk lichamelijk verval, geheugen wordt minder en seks komt
op een lager pitje. De kinderen gaan de deur uit, je vrienden en soms ook je partner vallen weg, er kan eenzaamheid ontstaan en je beseft dat er eindigheid is. Wat dit laatste betreft zou het wel eens kunnen zijn dat Emanuels verhaal zijn eigen doodsangst verraadt.
Leven bestaat dus ook uit pijn, lijden en leren omgaan met verlies. In een vorige bouwsteen is dit uitgebreid en bijzonder goed aan de orde gekomen.
Maar er zijn ook goede kanten aan het ouder worden: je hebt minder zorgtaken en veel minder verplichtingen, maar als je een belangrijk project tot een goed einde brengt, geeft dat heel veel voldoening. Dat kan een excursie naar Jeroen Bosch zijn met een bus met zo'n zestig personen, maar ook een concert of het afsluiten van een bestuursfunctie binnen de loge of het meewerken binnen een commissie. En denk ook eens aan veel mensen die door hun hobby, of dat nu te maken heeft met schilderen, beeldhouwen, muziek of verhalen vertellen en schrijven, grote voldoening voelen en daardoor zelfverwerkelijking en levensvervulling.
Daarnaast heb je je plezierige herinneringen aan je samenwerking met je collega's op je werk, op de goede manier waarop problemen zijn opgelost en je vindt gemoedsrust. Ik moet er wel bij zeggen dat je de minder leuke dingen gauw vergeet en de leuke dingen soms wel eens te vaak vertelt, waardoor mensen aan de andere kant van de ladder misschien wel eens het idee krijgen dat je nu toch wel echt ouder wordt......
Maar, en dat geldt vooral voor de ouderen onder ons, merkt u ook, dat u wijzer bent geworden? Het blijkt, dat je innerlijke groei je een soort morele zekerheid heeft gegeven. Je bent rijper geworden, je hebt meer 'karakter' gekregen en “daardoor”, zegt professor Dohmen, “ geeft het ouder worden de mogelijkheid om tot echte levensvervulling te komen. Die kans moet je benutten”.
Dat is echter niet zo gemakkelijk. We zullen ons moeten inspannen voor ons levensgeluk, want de positieve en negatieve ervaringen leiden niet automatisch tot een zinvolle oude dag te komen want sommige ontwikkelingen staan elkaar in de weg. Om een voorbeeld te noemen: eindelijk heb je tijd en geld om een wereldreis te maken en dan krijg je hartklachten waardoor je de reis moet onderbreken of afzeggen. En evengoed zijn er ervaringen die elkaar ondersteunen.
Het moderne ouder worden is een spannende aangelegenheid geworden. Dank zij de medische wetenschap en de welvaartsstaat worden we steeds ouder, maar we zullen wel moeten leren omgaan met de complexiteit en de spanning die dat met zich meebrengt. Een van die complexiteiten is de generatiekloof die ontstaat en waarbij “wij, ouderen” wel degelijk stil moeten staan. De jonge(re) mens leeft anders dan wij gewend zijn en dat geldt , denk ik, voor ons allemaal hier aanwezig. Ik denk dat wij ons moeten aanpassen en er niet van moeten uitgaan dat wij “het beter weten dan zij”.
Toen mijn kinderen jong waren, zo'n 12 jaar, schat ik, zeiden zij al:”Papa, vroeger is vroeger en nu is nu”. Ik weet, het was een uitspraak die kwam van de plaat 'Kinderen voor Kinderen', maar ik zou er nu heel anders mee omgaan dan toen. Dat denk ik tenminste.....
Waarom zijn we toch zo bang voor het ouder worden? Heeft dat te maken met het feit dat die afhankelijkheid, kwetsbaarheid en eindigheid naarmate het ouder worden een steeds grotere rol gaan spelen ?
Het blijkt wel, dat het afdalen van de door mij genoemde ladder in de tweede levenshelft bepaald niet vanzelf gaat en het ouder worden vergt dan ook moed en helaas hebben we niet de garantie dat we echt tot die levensvervulling zullen komen die we zo graag zouden willen. Maar als je het niet probeert, weet je haast wel zeker dat het niet gebeurt en dat is, lijkt mij, zonde van de tijd die je er hebt ingestoken.....
Ik denk dat het lid zijn van de loge mee kan helpen de levensvervulling waarover Dohmen het heeft, te bereiken. Het feit dat je elkaar zeer regelmatig ziet, gezamenlijke doelstellingen hebt en door betrokkenheid en belangstellende houding heb je een doel en dat helpt bij zelfverwerkelijking. De loge is immers niet alleen maar de zitting of alleen maar de nazitting waarin wat gepraat en gedronken wordt.
Nee, het is alles met elkaar!
Ik wil afsluiten met een uitspraak van Johan Wolfgang von Goethe uit omstreeks 1800: “Wat je hebt meegemaakt, moet je weten te waarderen, het meest de nadenkende mens op hoge leeftijd; hij voelt vertrouwen en welbehagen dat niemand hem kan afnemen. Ook de hoge leeftijd kent zijn bloei”, schreef hij.
Laten we proberen zo mooi mogelijk te bloeien !
Spreuk:
OUDERDOM IS NIET HET AVONDROOD VAN HET BESTAAN
MAAR HET IS DE DAGERAAD VAN DE WIJSHEID